This content has been archived. It may no longer be relevant
Oproep: De redactie van het Podium voor Bio-ethiek nodigt u uit een bijdrage te schrijven voor ons themanummer over Het ‘verbeteren’ van dier en mens (nr. 1, 2025)
Reacties op preadvies “Een nieuwe dier-ethiek”
Wat als proefdiervrije innovatie geen win-win voor mens en dier is? Koen Kramer, universitair docent dierethiek bij de Universiteit Utrecht, verdiepte zich in deze vraag voor het NVBe Preadvies 2024 getiteld: “Ethische kwesties en keuzes in proefdiervrije innovatie: van het win-win frame naar een positive sum game“. Op 12 december presenteerde hij dit advies tijdens het Jaarsymposium. Volgens Kramer moeten we niet alleen anders gaan denken over dierproeven en proefdiervrije onderzoeksmethoden, maar is er ook een andere ethische blik nodig. Proefdiervrije innovatie vaak wordt gepresenteerd als een win-win voor mens en dier. Dierproefvrije innovatie kent echter wel degelijk verliezers, zo beschrijft Kramer. Daarnaast is de vraag hoe groot die win voor de mens en voor het dier dan precies is. Kramer benadrukt dan ook dat er wel degelijk belangenconflicten zijn bij de transitie naar proefdiervrije innovatie; waar proefdieren vaak een belang hebben bij het vervangen van dierproeven door proefdiervrije onderzoeksmethoden, hebben menselijke betrokkenen vaak belang hebben bij het aanhouden van dierproeven naast proefdiervrij onderzoek. Volgens het Preadvies moeten zulke afwegingen geen win voor alle partijen maar een positive sum nastreven: onder de gehele groep belanghebbenden zou er netto meer gewonnen dan verloren moeten worden. Wilt u reageren op dit preadvies? Stuurt u dan uw reactie naar themaredactie@nvbe.nl. In het volgende Podiumnummer, ‘verbeteren van dier en mens’ zullen de reacties gepubliceerd worden.
Bijdragen aan het themanummer ‘Het ‘verbeteren’ van dier en mens’
We leven in een tijd waarin we niet alleen onze omgeving maar ook onszelf en andere dieren ingrijpend (kunnen) veranderen, bijvoorbeeld door middel van cosmetische ingrepen, met speciale fokprogramma’s of met genetische aanpassingstechnieken als CRISPR CAS. Deze steeds maar uitbreidende mogelijkheden roepen ethische discussies over ‘verbetering’ (enhancement) van mensen enerzijds, en andere dieren anderzijds. Deze discussies over mens en dier werden tot nu toe grotendeels los van elkaar gevoerd, maar hoe verhouden deze discussies zich eigenlijk tot elkaar? En hoe kunnen ze elkaar informeren?
Praktijken zoals cosmetische chirurgie en het gebruik van groeihormonen bij mensen roepen de vraag op waar de grens ligt tussen therapeutische interventies en interventies gericht op enhancement. Maar eigenschappen die door sommigen als onwenselijk wordt beschouwd, kunnen door anderen juist als waardevol of als aanwinst worden gezien. Denk bijvoorbeeld aan slechthorenden die hun gehoor bewust niet ‘verbeteren’, omdat hun slechthorendheid zo’n belangrijk onderdeel is (geworden) van hun identiteit en gemeenschapsleven. Bij mensen zien we niet-medische interventies of ‘verbeteringen’ zoals cosmetische chirurgie als oké, mits een volwassene hier zelf voor heeft gekozen. Toch zijn er ook grenzen; prestatie verbeterende doping, of ongeautoriseerd gebruik van Ritalin om te studeren bijvoorbeeld, worden juist weer vaak moreel veroordeeld.
Bij dieren lijken we vaak andere morele regels te hanteren rond enhancement. Huisdieren worden al eeuwen gefokt op gedrag en uiterlijk, toch is er volgens de meeste mensen niks mis (met het kopen van) bijvoorbeeld een mooie golden retriever met stamboom. In de veehouderij wordt op grote schaal genetisch geselecteerd om bijvoorbeeld melkproductie te vergroten; een ‘verbetering’ voor zowel de boer als de melk-consumerende mens die veel mensen wel moreel problematisch vinden. Wat maakt dat sommige praktijken die gericht zijn op de ‘verbetering’ van dieren over het algemeen wel als moreel problematisch worden beschouwd en andere niet?
Wellicht zijn er ook situaties te bedenken waarin het ‘verbeteren’ van dieren door mensen zelfs moreel gerechtvaardigd kan worden? Inmiddels wordt geopperd dat we sommige wilde diersoorten zouden moeten aanpassen zodat ze beter bestand zijn tegen klimaatverandering. Als dit uitsterven kan voorkomen, heeft de mens dan een morele plicht dit te doen? Echter leidt dit ook tot vragen over de ‘wildheid’ en ‘authenticiteit’ van dieren: is er hier sprake van enhancement, en voor wie zouden we dit nu eigenlijk doen, het dier of toch de mens? Dieren worden vaak ‘verbeterd’ ten behoeve van de mens, maar zouden we dat kunnen omdraaien? Een farmaceutisch of genetisch ‘verbeterde’ mens die minder schade aan de natuur toebrengt: wat zouden we kunnen leren van zo’n gedachtenexperiment?
Ondertussen zijn de heersende opvattingen over de relatie tussen dier en mens aan verandering onderhevig. Wat betekenen veranderende opvattingen voor hoe we kijken naar de ethische vragen rond het ‘verbeteren’ van mens en dier? Wat betekent bijvoorbeeld enhancement en is het perspectief van waaruit de morele evaluatie daarvan plaatsvindt anders voor mensen dan voor andere dieren? Is dit terecht, of zouden zij vanuit hetzelfde kader moeten worden bekeken? Zijn er verschillende visies op noodzakelijkheid, aanvaardbaarheid en wenselijkheid van verbetering van mensen en andere dieren? Wat zouden nieuwe perspectieven kunnen zijn? Kunnen we bijvoorbeeld ‘niet-menselijke dieren’ over één kam scheren of is een preciezere aanpak vereist?
Kortom: wij nodigen u uit om te reflecteren op deze en andere vragen rond de samenhang van ethiek van mens- en dierverbetering.
Wilt u een bijdrage leveren aan het Podium voor Bio-ethiek over dit thema?
De redactie van Podium voor Bio-ethiek nodigt u uit om een voorstel voor een bijdrage in te sturen over deze of gerelateerde vraagstukken rondom het thema Het ‘verbeteren’ van dier en mens.
In uw voorstel – van maximaal 250 woorden – zien we graag een duidelijke hoofdboodschap en de grote lijnen van de beoogde (argumentatie)structuur. Inzendingen die een eigen inzicht of standpunt naar voren brengen hebben de voorkeur. Wanneer uw voorstel positief wordt beoordeeld vragen we u om deze uit te werken tot een volwaardige bijdrage. De omvang van de bijdrage is maximaal 1500 woorden. Dit maakt het extra belangrijk een gerichte, beknopte boodschap en standpunt te formuleren. Houdt u er wat betreft stijl en inhoud rekening mee dat het Podium door een breed publiek van geïnteresseerden wordt gelezen.
Planning
Stuur uiterlijk 20 januari een voorstel in naar de themaredactie: themaredactie@nvbe.nl.
De eerste versie van de bijdrage wordt verwacht op 22 februari, de deadline voor de definitieve versie is 22 maart.
Themaredactie:
Lieke van Kempen
Melanie Rietveld
Savannah van Kuppenveld
Simone Harmsen